Vorige week werd het laatste luik (vóór de finales in Londen) van de Grand Chess Tour afgewerkt, te weten het Tata Steel Chess India Rapid & Blitz in Kolkata (Calcutta). Van de vaste deelnemers waren er niet meer zoveel die kans maakten om in extremis iemand uit de top-4 te kegelen en dus Londen te halen. Voor Anand zat het er nog in, mits een 6de plaats of beter, So en Nepomniachtchi hadden al een waar mirakel nodig en dat was het. Het leidende kwartet, met Carlsen, Ding, Vachier-Lagrave en Aronian, was (groten)deels ongenaakbaar, (kleinen)deels nog net bij te benen. _LEESMEER_
Zoals altijd werd er eerst drie dagen rapid (9 ronden) gespeeld en dan twee dagen blitz (2×9 ronden). Carlsen ging er van meet af aan vandoor, met twee zeges en één remise per dag, goed voor 15/18 (ter wille van het evenwicht met blitz tellen de rapidpunten dubbel), liefs vier punten meer dan nummer twee Nakamura en zes meer dan Giri, So en Aronian. Op dat moment waren ultieme kanshebbers als So en Nepomniachtchi eigenlijk al kansloos – met een ontketende Carlsen vóór hen was de broodnodige eerste plaats wel flink buiten bereik – en ook Anand zat in niet al te goede papieren: wel een 6de plaats maar ex aequo met Ding en Harikrishna en dat was virtueel een punt minder en dus te weinig.
De blitzdagen zagen, niet helemaal verrassenderwijs want het is al meermaals zo gebeurd, niet iedereen bevestigen. De enen deden het beter, de anderen doken de dieperik in. Wat te denken, par example, van Aronian, die uit 18 partijen slechts 4 schamele puntjes wist te puren? Hij zou het tornooi als laatste besluiten en maar één enkel GCT-punt scoren, en nog was het genoeg voor een ticket naar Londen. De vorm zal daar wel stukken beter moeten. De grootste sprong voorwaarts was van Nepomniachtchi, die van 7 (rapid) naar 10 (blitz) ging, weliswaar ruim onvoldoende om het tornooi te winnen, zijn enige kans om Londen te halen.
Even terug naar de wereldkampioen. Die deed het bijna net zo goed als in het rapiddeel, en “bijna” moet u vertalen als “de partijen tegen Ding niet meegerekend”. Want de Chinese nummer één (en ’s werelds nummer drie) versloeg Carlsen met beide kleuren, faut le faire annex dat zie je niet elke dag! Niet getreurd, met 12/18 was hij weer eerst, al was zijn voorsprong nu iets beperkter. Nakamura werd opnieuw tweede (11/18) maar kon daarmee zijn matige prestatie in de andere luiken niet goedmaken. Ding en Nepomniachtchi volgden (10/18), de eerste mét ticket voor Londen, de andere zonder. Giri en So strandden op nog een halfje verder, en ook zij haalden Londen dus niet.
De cruciale vraag, zeker als er in India wordt gespeeld, was of ouwe rot en plaatselijke held Anand er alsnog zou in slagen zich te kwalificeren voor het finalespel in Londen. Het was wat kantje boordje na de rapidbeurt, en na één blitzdag was alles nog mogelijk. Op de laatste dag echter stuikte Vishy in elkaar (figuurlijk, niets mis met de gezondheid): in de eerste helft won hij nog wel een paar keer, maar dan namen Vidit, Giri en Carlsen himself hem te grazen, zodat hij pas 8ste eindigde en in het gecombineerde resultaat één plaats te laag finishte, m.a.w. één GCT-punt te weinig scoorde voor de finale.
In de (prefinale) eindstand is Carlsen onbedreigd, met ettelijke straten voorsprong, numero uno, en ook Ding zit behoorlijk comfortabel op stek twee. Aronian kon zich hier zelfs permitteren om laatst te eindigen en slechts één enkel puntje te incasseren, maar schoof daarmee zelfs een plaatsje vooruit, naar drie. Slechts 0,7 punt verder en zonder (hier) te spelen finishte Vachier-Lagrave als vierde, met amper 0,3 punt vóór Karjakin en 0,8 vóór Anand.
Kortom, de finale in Londen van het GCT-circus, die overigens vandaag begint, wordt gespeeld door de vier kwalificanten uit de vorige alinea. Die verloopt zo’n beetje als de knock-outtornooien van de Grand Prix, met telkens twee klassieke partijen om te beginnen en zo nodig een snelschaaktoeterij om te besluiten. De eerste halve finale gaat tussen Carlsen (GCT-1) en Vachier-Lagrave (GCT-4), de tweede tussen Ding (GCT-2) en Aronian (GCT-3). De winnaars spelen de finale, de verliezers bikkelen om brons of de 4de plaats. Bijkomend vraagje: komt er een eind aan de ongeslagen (klassieke) reeks van Carlsen, of breekt hij straks ook de recordreeks van Tiviakov (weliswaar tegen deels mindere tegenstand)?