Aha, u denkt natuurlijk prompt aan de heren Nepomniachtchi en Ding, die over een week voor de wereldtitel gaan strijden die Carlsen niet meer hoeft, maar dan is het u ontgaan dat er eerst nog een paar vrouwen aan zet zijn. In het Chinese Chongqing is namelijk de finale begonnen van de Women’s Candidates (wat ik maar het Kandidatestornooi noem),dat een nogal speciaal format had (u herinnert zich de twee poules, met winst voor Tingjie Lei in de ene en Zhongyi Tan in de andere) en dat nu zijn beslag krijgt. Dat gebeurt in een match van 6 reguliere partijen, eventueel gevolgd door 4x rapid (15+10) en desgevallend 2x blitz (5+3) en vervolgens tig x blitz tot de eerste winstpartij. Wie het haalt, wordt de nieuwe uitdaagster van regerend wereldkampioene Wenjun Ju.

Het is bij de dames sowieso al China wat de klok slaat: de drie in kwestie zijn de Chinese nummers 2 (Ju), 3 (Lei) en 4 (Tan). Ju is intussen al 5 jaar wereldkampioene, nadat ze in 2018 in een WK-match de titel afsnoepte van, jawel, Tan. Die had die een jaar eerder verworven in het oude systeem (knock-outtornooi), dat gelukkig nadien werd afgeschaft en vervangen door WK-cycli en -matches zoals bij de heren (aka ‘Open’). Lei is 8 jaar jonger en groeit zo stilaan naar wat haar beste niveau kan/zal worden. Dat belooft dus. Kan Tan jong(er) geweld Lei afhouden en tegen Ju beter doen dan in 2018? Breekt Lei helemaal door en kan ze wel wat Tan niet kon? Is Ju nog steeds dat tikkeltje beter en bijt om het even welke van beide kandidates tegen haar in het zand? Vragen, vragen, vragen …

China, dus, en meer bepaald Chongqing (aka Tsjoenking, maar klinkt als ‘tsjoengtsjing’) niet helemaal pal in het centrum van het land, maar zo landinwaarts dat het in alle relevante richtingen meer dan 1000 km van de zee af ligt. Chongqing, ook wel “de poort tot het zuidwesten van China” genoemd (de naam zelf betekent naar verluidt “opnieuw feestvieren”), is zowel een stad als een stadsprovincie, een ‘speciale stadsagglomeratie’ en één van de vijf ‘nationale centrale steden’. Dat is Chinees, zeg maar, en dat is ook zo, maar om een idee te geven van een en ander, Chongqing-stad telt bijna 10 miljoen inwoners, niet veel minder dan België, dus, en de provincie ruim drie keer zoveel (32 miljoen), maar die is dan ook bijna 3 keer zo groot als België. Belangrijker dan al dat gecijfer is echter dat Tan en Lei beiden daar (ergens, het is nog een groot gebied) het levenslicht zagen, wat de keuze voor deze locatie voor de match in perspectief zet. Ik heb wel niet kunnen achterhalen waar ongeveer in Chongqing, m.a.w. ‘zelfde geboorteplek’ slaat mogelijk op de hele regio en kan dus heel relatief zijn.

Over naar de finaledebatten. Intussen zijn er al drie partijen gespeeld (vandaag, zondag,  volgt de 4de) en hoewel de score in evenwicht is, was het van bij het begin plankgas. In de eerste partij opende Tan met het Engelse 1. c4 en stond er na zes zetten al een heel nieuwe stelling op het bord. Het middenspel dat even later tot stand kwam leek beloften in te houden voor Lei, tot Tan een riskante maar stoutmoedige keuze maakte die haar opponente twee verbonden vrijpionnen opleverde, in ruil voor actief stukkenspel en een eigen vrijpion. De tijdnood deed toen al volop mee, en ondanks het feit dat Tan een tweede pion had moeten investeren om het initiatief te behouden, wist Lei niet te profiteren van het materiële voordeel – winnend, volgens de digitale betweter – en met een half minuutje voor vijf zetten liep het helemaal mis. Meteen 1-0 voor Tan, en de manier waarop kan Lei geen deugd gedaan hebben. Te meer omdat taaie Tan nu eenmaal een stuk meer ervaren is wat (WK-)matches betreft …

Met wit in partij 2 dadelijk tegenscoren, dat is de nagenoeg dwingende opdracht voor Lei. Ze begon met 1. d4 en al snel kwam er een variant van het Half-Slavisch tot stand waarin wit een pion geeft voor initiatief. Tan wachtte niet nodeloos lang om de pion te retourneren, je moet het lot tenslotte niet tarten. Niet zoveel later miste Lei een al uitstekende kans op voordeel, maar desondanks stond ze positioneel wel lekker, wat op termijn misschien toch wel wat kansen of kansjes bood. Ze liet niet na om druk uit te oefenen, en deze keer was het Tan die tegen tijdnood aanschurkte. Een eindspel met ongelijke lopers, u kent dat, bijna altijd remise, maar reken er maar niet te gauw op (als u tegen Pascal moet, zie IC en ZT). Het noodlot sloeg toe op de 71ste zet: Tan miste een remisekans, moest haar h-pion afruilen en Lei zo twee verbonden vrijpionnen toestaan en dat was dodelijk. Het was ook niet simpel: zwart kon zich de hele tijd geen fout(je) permitteren, terwijl wit nooit gevaar liep om te verliezen. Knap werk van Lei, die de bordjes in één keer alweer gelijk hing.

Waren de eerste twee partijen “er boenk oep”, dan was de 3de een oase van rust en vrede. Nu ja, schijnbaar, want de dames zaten niet zomaar wat te schuiven, maar maakten er een feilloze partij van, waarin ze elkaar geen duimbreed toegaven. Tan vond het raadzaam om de eerste partij niet te herhalen (ook al had ze die uiteindelijk gewonnen, maar niet zonder een snuifje geluk) en keerde terug naar haar bekender d4-repertoire. Lei antwoordde met de Tarraschverdediging van het Damegambiet, wat ze kennelijk nog niet eerder had gespeeld, en dat kon risico’s inhouden, maar tegelijk geen gebrek aan durf. Beide speelsters bleken goed voorbereid en in snel tempo gingen de dames van het bord en kwam er alweer een lichtestukkeneindspel op het bord. Wit had het loperpaar in een open stelling, maar een vervelende zwakke pion op e3, die wat in de weg stond van de zwartveldige loper, zwart offerde een pion om al haar stukken te activeren en elk moment te kunnen toeslaan, mocht wit niet op-en-top secuur voortzetten. Tan voelde de potentiële bui hangen en ging alvast in paraplumode: ze ruilde alle actieve stukken af en nam genoegen met, nog maar eens, een eindspel met ongelijke lopers en de extra pion die Lei haar eerder had gegund, maar die geen voordeel inhield. Het kostte de jongste Chinese geen moeite om een soort vesting te construeren waarbij de pluspion voor eeuwig van promotie verstoken bleef en wit elders op het bord nooit een stap verder kwam. Remise op de 40ste zet en met 1,5-1,5 de rustdag in!

Nog wat nieuwtjes en andere roddels.

American Cup

Onlangs werd in de VS, en m.b. de schaaktempel par excellence, de Saint Louis Chess Club, de tweede American Cup georganiseerd, zowel ‘open’ (hoewel) als voor ‘dames’, met in beide gevallen (bijna) de acht sterksten des lands. Het format was telkens een zogenaamde ‘dubbele-eliminatieknock-out’ met een winnaarsgroep en een verliezersgroep, waarin je bij een eerste nederlaag zakt naar de verliezersgroep en pas echt uitgeschakeld bent als je ook daar verliest. Iets om ook eens in te club te proberen? Hoe dan ook, Nakamura won het ene tornooi, Krush het andere.

European Individual Chess Championship

Na het schitterende resultaat van Daniel Dardha in het EK, mogen we het ook hebben over het EK voor dames, in Petrovac, Montenegro, al deden daar geen landgenotes mee. De Georgische Arabidze en de Poolse Kiolbasa eindigden ex aequo op 1, maar de eindzege ging wegens winst in de onderlinge partij naar eerstgenoemde. De eerste mij ietwat bekendere naam (Kiolbasa kende ik wel al van de Olympiade) is die van juniore Garifullina op de 8ste plaats, en verder natuurlijk Gunina, 18de.

FIDE Women’s Grand Prix New Delhi      

Na de chaotische start en het vertrek van twee deelneemsters verloopt het tornooi ook redelijk chaotisch, omdat het speelschema overhoop ligt: na 6 speeldagen hebben sommigen 6 partijen gespeeld, anderen 5, nog anderen 4. De voorlopige rangschikking geeft dus telkens een vertekend beeld. Wel staat vast dat Assaubayeva, die verbaal zwaar uithaalde naar haar landgenote Abdumalik, maar te kijk werd gezet door Paehtz als de meest leugenachtige van de twee, na 6 ronden 4 keer heeft gewonnen, 1 keer verloren en 1 keer remise gespeeld. Zo’n 4,5/6 is een goede uitgangspositie, maar de Chinese Zhu, eerder al succesvol(ler) in de Grand Prix, volgt meteen (4/6) en Goryachkina ligt op vinkenslag (3,5/5). Van die drie is Assaubayeva het meest kansloos voor één van de eerste twee plaatsen in de GP-eindstand, die toegang geven tot het volgende Kandidatestornooi. De jonge Chinese komt nog wel in aanmerking, maar speelt hier haar 3de en laatste luik, de Russische staat er nog beter voor en heeft hierna nog een luik. Als alles doorgaat, want dat laatste luik is op dit moment, na het wegvallen van het Poolse Bydgoszcz, een vraagteken.

Yifan Hou

De enige echte ‘wereldkampioene’, enfin, alleszins nog steeds nummer 1 bij de vrouwen, zoals we het straks bij de heren over Carlsen zullen hebben, gaat weer even schaken. Meer bepaald rapid en blitz in Astana, Kazachstan, waar ook Aronian, Erigaisi, Grischuk, Kramnik, Keymer, Martirosyan, Gelfand, Sindarov en Vakhidov, en de dames Lagno en Assaubayeva van de partij zullen zijn. Nog liever zouden we natuurlijk hebben dat Hou weer volop meedoet in het reguliere circuit en de grote tornooien.

Karjakin

Zijn schorsing is al een tijdje achter de rug, maar een recent interview was voor sommigen aanleiding om luidkeels een nieuwe en zwaardere schorsing te eisen. Daarin zei Karjakin met het nodige patriottisme – de eer om voor je land te spelen, oké, tot daaraantoe – dat hij vooral ontgoocheld was omdat men hem z’n rechtmatig verdiende plaats in het Kandidatentornooi had ontnomen, dat hij niet begreep dat andere Russen eigenlijk bereid waren hun vaderland te verloochenen door onder FIDE-vlag te spelen – dat kunnen we nog maar heel beperkt volgen – en tot slot dat Carlsen misschien wel een fascist was, omdat hij gezegd zou hebben dat Russen niet meer zouden mogen deelnemen aan internationale tornooien. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat dat oordeel hem als het ware in de mond werd geduwd: Karjakin haalde die uitspraak aan om aan te geven dat hij er niet mee eens was, waarop de interviewer suggereerde: “Maar dit is fascisme. Simpelweg fascisme, toch?” en Karjakin antwoordde: “Ik wou zoiets niet graag zeggen, maar misschien is het zo.” Ook al is dat wat minder categoriek dan de propagandamachine het wil, het neemt niet weg dat Karjakin stekeblind is en blijft voor de mogelijkheid dat “zijn land”, of liever, het regime dat er de lakens uitdeelt, aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat. Het komt wellicht nooit meer goed met hem …

Tot slot. Ik merk zonet dat ik vandaag zo lang aan dit artikel heb zitten werken dat ook de 4de partij tussen Lei en Tan is afgewerkt. Later meer daarover, maar alvast signaleren dat Lei (met wit) haar tweede zege boekte. Tussenstand dus 2,5-1,5 voor Lei, met nog twee partijen te gaan en ieder nog één keer wit en één keer zwart. Tan kan zich alvast geen nederlaag meer veroorloven.

Een reactie achterlaten

Off topic reactie | Meld een fout/klacht | Gedragscode

Opgelet, je bent niet ingelogd. Je reactie zal mogelijk eerst moeten worden goedgekeurd door de webmaster vooraleer ze op de website verschijnt.

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *