Wat zei ik nog geen twee volle dagen geleden (“… straks begint er alweer iets nieuws …”)? Vandaag begint in het Noorse Stavanger Norway Chess 2023 (29 mei-9 juni), de 11de editie al van één van ’s werelds meest prestigieuze schaaktornooien, dat door niemand minder dan Gary Kasparov in 2014 geheel foutief “het Wimbledon van het schaken” werd genoemd (dat is Tata Steel, punt uit). Ook hier prijst men zichzelf weer aan als “het sterkste tornooi ter wereld”, u weet wat ik daarvan denk. Niettemin, het IS een sterk deelnemersveld, dat valt niet te ontkennen.
Vandaag begint het echt, maar gisteren kregen we al het traditionele voorproefje. Elke keer wordt het eigenlijke – klassieke – gebeuren voorafgegaan door een round robin blitztornooi, dat bepalend is voor de paringen. Tien deelnemers en negen ronden, dat houdt in dat de ene helft van het veld 5x wit en 4x zwart zal hebben, de andere net omgekeerd. U raadt het al: de vijf gelukkigen zijn de eerste vijf in de blitzeindstand, de vijf pechvogels haalden de bovenste tabelhelft niet. Leuk systeem, en met een tempo van 3’+2” valt er voor de kijkers ongelooflijk veel te beleven: ik heb een deel gevolgd, je houdt niet voor mogelijk hoe die heren het bestaan om in volle incrementmodus alsnog op winst te gaan zitten spelen en als het dan verkeerd dreigt te lopen in fracties van seconden doodleuk remise uit de vingers schudden.
Goed, wie deed/doet er mee? Het is een beetje zijn thuistornooi, dus de Noor met zijn almaar overvloediger haar- en baarddos, ex-champ Magnus Carlsen, kon niet ontbreken, maar ondanks zijn winst onlangs in de Superbet Poland Rapid & Blitz in Warschau, vnl. in het blitzgedeelte behaald, brak hij hier gisteren geen potten: 7de plaats slechts (4,5/9) en dus een keertje meer zwart dan wit in het eigenlijke tornooi. Ook het laagste ELO is thuis in Noorwegen, Aryan Tari, en dat was toevallig één van de drie gelukkigen die Carlsen een nul aansmeerden (al deed die dat ook wel zichzelf aan). Tari, zelf niet meteen van de oudsten, kreeg het (leeftijds)gezelschap van drie jonge wolven: Firouzja, Abdusattorov en Gukesh (die gisteren zijn 17de verjaardag vierde). Vaste klanten of gevestigde waarden waren verder Nakamura, Giri, Caruana, So en Mamedyarov.
Uiteindelijk was het Abdusattorov (rapidwereldkampioen in 2021) die het inleidende blitztornooi op z’n naam mocht schrijven (ondanks verlies tegen Carlsen), met 6/9. Firouzja en Mamedyarov volgden (5,5/9), en via tiebreak eindigden ook Caruana en So in de bovenste tabelhelft, ten koste van Nakamura (5/9). Zoals gezegd werd Carlsen 7de (4,5/9), voor Giri (3,5/9) en hekkensluiters (jarige) Gukesh en Tari, die beiden niettemin het genoegen hadden mogen smaken om Carlsen te verslaan.
Vandaag vliegen ze er dan echt in, op-en-top klassiekgewijs, evenwel met het intussen bekende Noorse extraatje: als de partij in remise eindigt, wordt een Armageddonspel gespeeld dat de winnaar een halfje extra oplevert. Kortom: winst levert dadelijk 3 punten op (verlies 0), remise 1 punt (bij Armageddonverlies) of 1,5 punt (bij Armageddonwinst). Het zou de winstdrang moeten aanscherpen, maar het blijkt telkens wel Carlsen goed uit te komen. Nu ja, die kán ook wel schaken …
O ja, nog dit. Er is ook nog iets heel nieuws in de maak: de Global Chess League, met o.m. Ding, Carlsen, Anand en Hou, en allerlei andere spelers die één of andere wereldtitel (of meerdere) hebben behaald. Over dat kampioenenbal vernemen we binnenkort ongetwijfeld meer.