En weer werd ik geloot tegen een kind, 10-11 jaar schatte ik, welopgevoed (30′ na het begin wil u iets drinken mijnheer) ernstig met de schaakstellingen bezig want waar nodig stevig nadenkend, maar dan wel zo’n goede zetten producerend dat ik al ras een half uur in tijd inboette. Ik zocht en speurde alom en vond niet de correcte bevrijdingsmanoevers in de mij steeds slechter uitkomende Panov verdediging. Opgave na 21 zetten ! Nog nooit heb ik eens kunnen winnen met een zwarte PAchteraf bleek thuis dat volgens info uit de Molse website ik tegen de kampioen van België zou gespeeld hebben ! Arne heet het kind. Min 8 of -10 maar ik denk min twaalf. Ik had het gevoel dat ik met zwart alleen maar verkeerde of tenminste onvoldoende sterke zetten produceerde om het evenwicht te bewaren, recht naar de ondergang. Redelijk frustrerend ? Niet echt, moet kunnen maar ik wil volgende keer nog wel eens tegen een volwassene spelen. Het kind schijnt 1380 of zo iets te hebben, dat wordt een lekkere elosaus op een zonnige crème glace ik noem dat al jaren
Een nog sterker verhaal ontspon zich op bord 1. U moet begrijpen dat Molse en SK Oude God drie ronden voor het einde gelijk stonden met elk 6 matchpunten. Achter ons staan een ploeg met 4 en een ploeg met 3 mp’s. Je zou denken dat Molse haar ploeg 1 optimaal zou willen versterken om degradatie te vermijden. Hun eerste bord nochtans bood na 6 zetten remise aan, we zijn het er niet over eens maar we denken dat de man ergens anders had afgesproken of simpelweg liever in de prachtige lentezon ging zitten. Mart nam het geschenk met een glimlach aan, hoe zou je zelf zijn met 250 elo minder. Om kwart na vier hadden de vier spelers van Oude God gedaan, want Maarten won vlotjes vanuit de opening, en Herman behield het overzicht en de ploegverantwoordelijkheid om tegen een lager gerangschikte opponent rustig aan te doen en het gelijkspel veilig te stellen.
Zijn we nu uit de degradatiezone ?
Op 24 april vervolgt het fenomeen interclub.
Merkwaardig seizoen, is het minste wat je kan zeggen.