SKOG 2 – Brasschaat 3 was een rechtstreeks degradatieduel. We moesten met 3-1 winnen om mathematisch zeker te zijn van het behoud. En dat deden we ook! Het werd op voorhand duidelijk dat het een zware dobber zou worden want Brasschaat had zich versterkt.
Gert rijfde als eerste een punt binnen.
Hij kwam na de opening zwaar onder druk te staan en zijn tegenstander deed een gevaarlijk kwaliteitsoffer. Gert benutte het defensief potentieel van zijn stelling volledig, sloeg de aanval af, en voor zijn tegenstander zijn manschappen terug kon coördineren drukte Gert een mat-aanval door.
Snel daaropvolgend kreeg Kenneth remise voorgesteld. De stelling die op dat moment op het bord was gekomen, na een tot dan toe boeiende en complexe partij, kon men best omschrijven als onduidelijk. Om een stap dichter bij de overwinning te komen nam Kenneth het aanbod aan.
Heidi speelde een soort hybride van het semi-slavisch en het orthodox damegambiet. wat resulteerde in enorm complexe partij. Op een bepaald moment werd de zwarte rokadestelling door bijna elk wit stuk belaagd. Heidi bleef er koeltjes onder, neutraliseerde de aanval en stuurde de partij vlotjes richting remise.
Zelf kwam ik na de opening in een compleet gelijke stelling terecht, door wat kunst en vliegwerk kon ik een eindspel van loper tegen paard met ongelijke pionnen op beide vleugels op het bord brengen. Had ooit Max Euwe eens horen vertellen dat de loper hier het betere lichte stuk is en gelukkig bleek dat ook zo te zijn.
Een sterke ploegprestatie na een seizoen vol ups en downs.