Het was dus niet bepaald een droomstart voor Ding tegen Nepomniachtchi: eerst met de nodige moeite remise houden en dan overtuigend de boot in, niet de juiste focus en mogelijk ook voorbereiding, plus een aantal randproblemen van meer persoonlijke aard, je zou voor minder kunnen denken dat de strijd weleens snel voorbij zou kunnen zijn. Gelukkig was er een rustdag om een en ander te verwerken annex op een rij te zetten. En dat bleek ook te kunnen.
Partij 3 werd een Geweigerd Damegambiet, ruilvariant, en dan meer bepaald wat ook kortweg de Karlsbad wordt genoemd, naar de gelijknamige stad (Karlovy Vary) in Tsjechië, waar de bijhorende typerende pionnenstructuur in een tornooi in 1923 rijkelijk aan bod kwam. Een best solide keuze, al zat er voor Ding ook wel iets verrassends in. Zoals hij na afloop verklaarde, had hij niet meteen 1. d4 verwacht: al had Nepomniachtchi dat recent wel gespeeld, het was “niet zijn belangrijkste wapen”, vond hij. De heren volgden een rapidpartij Giri–Ding (Chessable Masters, 2022), wat de Nederlander met zijn bekende ironische kwinkslagerij deed opmerken dat hij toch wel vereerd was dat Ding tegen hem een variant had gespeeld die hij kennelijk als WK-waardig beschouwde. Nepomniachtchi week af op 17de zet, met P1e2 i.p.v. Df2, Ding ging met 17. … c5 voort in de stijl van die eerdere partij.
Er volgden enkele strategische en logische zetten, waarbij Ding de mogelijkheid om (middels 20. … d4) te vereenvoudigen naar een remiseachtig eindspel uit de weg ging en 20. … Ld7 speelde, waarna Nepomniachtchi volgens hem had gemist dat hij na 21. Pxd7 zou terugslaan met het paard: 21. … Pxd7 (en niet 21. … Txd7). De zwarte stelling begon er leuker uit te zien dan de witte, maar Nepo bleef precies genoeg spelen om het hoofd boven water te houden en tegen zet 30 was de remise een feit. Een opsteker voor Ding, die geen ogenblik meer moeite had gehad dan zijn tegenstander, en eigenlijk een tikkeltje minder. Opvallend: hij zat deze keer meer aan het bord dan in de zogenaamde rustkamer, was teruggekeerd naar het eerste hotel (dat toch wel heel goed was) en voelde zich een stuk lekkerder dan in de eerste twee partijen, waar hij naar eigen zeggen wellicht wat overdonderd was door de stress die zo’n kamp meebrengt.
Dat hernieuwde zelfvertrouwen had ook een aandeel in partij 4. Ding koos nu wel voor zijn vertrouwde Engels en in de Tweepaardenvariant van deze opening werkte hij zich fijntjes in een stelling die hem goed lag. Niet dat het evenwicht al paraplu was, maar wit had wel het centrum en de druk naar voor, zwart moest de witte opmars zien tegen te gaan en had daar ook kansen toe. Ding manoeuvreerde echter wat nauwkeuriger en subtieler, en dan sloeg voor Nepo het noodlot toe: met 28. … Pd4? overzag hij het kwaliteitsoffer 23. Txd4!, waarna het witte paard sterker blijkt dan de zwarte toren. Niet veel later brak wit door in het centrum en was het goeddeels een kwestie van techniek om het volle punt op te rapen. Nepomniachtchi spartelde nog tegen tot de 47ste zet, maar berustte dan in de nederlaag. Daarmee is de stand opnieuw gelijk (2-2) en het Chinese debacle van voor de rustdag geheel uitgewist. Alles te herdoen, nu in een match van nog 10 partijen!
PS Intussen is ook partij 5 gespeeld, maar dat is voor volgende keer.