In een plots erg winters Astana (een pak sneeuw, stevige windvlagen en koud, koud, koud) wordt er op het bord niettemin des te flinker vuur ontwikkeld. Alles te herdoen, besloot ik vorige keer, alsof een wederzijdse klap wel zou betekenen dat de heren voortaan wel even zouden nadenken vooraleer ze nog eens zouden willen uithalen, kwestie van niet nog eens op een uppercut te lopen. Maar rustdagen brengen raad, en mocht Nepomniachtchi al een tik gehad hebben zoals Ding voor de eerste rustdag, dan bracht de tweede hem toch probleemloos opnieuw in aanvalsmodus.
Het werd weer een Spaanse opening, maar deze keer koos Nepomniachtchi niet voor de wellicht eenmalige poging met de Steenwijkervariant uit de eerste partij, maar voor het tegenwoordig best populaire 6. d3. Giri moet intussen apetrots zijn, want alweer werd één van zijn (rapid)partijen gevolgd, zij het een verliespartij, m.n. Firouzja–Giri, Miami 2022, Champions Chess Tour Final. Nepomniachtchi ging zijn eigen gang op zet 12, met het nieuwtje 12. Lg5 (Firouzja speelde 12. Pa3) en blitzte er vervolgens nog 10 zetten achteraan, typerend voor hoever zijn huiswerk zoal reikte. Mogelijk vond hij zijn 23ste zet achter het bord, maar 23. h4! was ook sterk genoeg om nog tot het voorbereide gedachtegoed te behoren. Intussen had Ding al enkele betwistbare keuzes gemaakt, met 19. … Ld8 en 20. … Pe7, door de commentatoren als positioneel bepaald oncomfortabel bestempeld (Giri: “vast de meest onbeholpen opstelling van alles wat we hier hebben overlopen”). Omstreeks zet 24, toen Nepo naar eigen zeggen voor een “verscheurende keuze” stond (24. c4 of 24. h5, wat hij uiteindelijk deed), was het duidelijk dat wit veeleer in een kansrijke zetel zat en zwart in de hoek waar straks de klappen zouden vallen.
Het was nog niet uit weliswaar, maar terwijl Nepomniachtchi nog alle tijd van de wereld had en een lekkere stelling, moest Ding veel tijd gebruiken om zwaar te gaan rekenen, op straffe van fatale fouten of zelfs suboptimale keuzes die uiteindelijk, opgeteld, hetzelfde effect zouden gaan hebben. Een enkele keer koos Nepo een minder voortreffelijke voortzetting, maar het bracht nauwelijks zoden aan de dijk voor Ding, die meer dan eens de juiste repliek miste en het almaar warmer kreeg. Ook al had hij fraaie kansen om de vijandelijke koning met stukkengeweld te vloeren, toch koos Nepomniachtchi op het einde voor de professioneelste oplossing: niet proberen te winnen in de aanval, maar losjes de dames ruilen en even later een matnetje weven waarin de zwarte ondergang niet meer te pareren viel. Ding voor de tweede keer geveld én op achterstand, wie zou verwacht hebben dat in de eerste 5 partijen van een WK-kamp 3 keer zou gescoord worden? Geen gebrek aan drama, het was ooit o zo anders…
Zou Nepomniachtchi het derde blokje van 2 partijen net zo of nog sterker naar zijn hand zetten als het eerste? Daarbij wou Ding ongetwijfeld een kanttekening plaatsen, met wit mag een mens al eens naar iets willen streven, en waarom niet pogen de net opgelopen achterstand weer goed te maken? Het aanvalsplan bleek te bestaan uit wat wij gemeenzaam kennen als “de Londen”, of het Londen-systeem (London System), dat weleens wordt gehekeld als “saai” of “goed voor beginners”, en het was naar verluidt ook de allereerste keer ooit dat het pur sang in een WK opdook. Het moest dus wel zijn dat Ding het zijne dacht over die reputatie, of beschouwde hij het soms als de alle-hens-aan-dekmethode om elk risico op een nieuwe nul te vermijden? Het verraste alleszins vele commentatoren (David Howell had na 1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 nauwelijks de tijd voor zijn uitroep “Hij gaat toch de London niet spelen, stel je voor!” of daar stond 3. Lf4 al op het bord. Nepomniachtchi was minder verrast: “Het zat eraan te komen, één dezer dagen, zoal niet nu.” Ding verklaarde dat hij een minder geforceerde stelling wou die niettemin toch enige kansen gaf om op winst te spelen.
Hoe dan ook, het belette Nepomniachtchi niet om Ding zelf te verrassen, met 6. … Lf5 (i.pv. 6. … Lg4, wat hij eerder had gespeeld). Kennelijk was die toen al uit zijn voorbereiding, maar ook al kostte het hem weer tijd dan zijn tegenstander, de Chinese kroonpretendent manoeuvreerde naar een omgekeerde Karlsbadstelling (pionnenstructuur), waarin hij zich wel thuis voelt. Het duurde niet lang of Nepomniachtchi ging weer over de tijd van Ding en zette ondanks het denkwerk niet altijd secuur voort.
Terwijl de witte stelling almaar florissanter oogde en zwart nauwelijks kansen had op tegenspel, week Ding op zet 23 af van zijn eerste idee (23. … b4) en opteerde voor 23. Tb3. Niet zo’n beste keuze leek het wel, en Nepomniachtchi, die min of meer onverhoopt toch nog het gelijkspel voelde lonken, haastte zich – letterlijk – om Ding onder tijdsdruk te zetten, maar miste net daardoor de kans om het te bereiken.
Het vervolg schommelde steeds rond voordeel voor Ding en Nepomniachtchi worstelend om het nadeel te beperken, al kwam de eerste stilaan wel weer in tijdnood. Na 32. Tc5 leek remise er nog in te zitten, maar Nepo liet de kans liggen met 32. … Dc1+ (i.p.v. de pion op c3 te slaan). Zo kon Ding bovendien broodnodige tijd winnen, want over 33. Kh2 moest hij niet nadenken. Vervolgens deed hij in alle kalmte 7 minuten over het sterke 35. Nxc4 en speelde de volgende zetten snel en precies. De 40ste zet was vast een opluchting voor zijn team, want met de factor tijd uit de weg, lag de weg naar de winst meer dan open.
In de eindfase stuwde Nepomniachtchi zijn vrije a-pion nog naar de tweede rij, maar dat leek dreigender dan het was. Ding werkte rustig aan een matnet, en dat bepaalde alles. Toen het einde onafwendbaar was, haalde Nepomniachtchi zijn sportiefste glimlach boven en gaf op. Mooi, maar uiteraard was hij niet zo blij met zijn prestatie: “Ik denk dat ik één van mijn slechtste partijen ooit heb gespeeld. Bijna elke zet was slecht.”
Zes partijen gespeeld, slechts twee remises, één keer wint zwart, drie keer wit. En de kwaliteit van de partijen laat allesbehalve te wensen over, om nog te zwijgen over de spektakelwaarde. Opnieuw is alles te herdoen, opnieuw kan het alle kanten uit. Dinsdag volgt partij 7, dan is er weer een rustdag, omdat we dan precies halfweg zijn, en op donderdag begint de 2de helft met de 8ste partij.
Het heeft absoluut iets verfrissend, dit WK. Hoe lang is het geleden dat we na zes rondes al vier remiseloze partijen hadden in zo’n match?