Bij “Europees” mag je wel een kanttekening maken, want er hoort ook een klets Azië bij. Niet alleen is Israël van de partij, wat wel meer gebeurt in Europese aangelegenheden, en Turkije, hoewel dat op een piepklein stukje na niet in Europa ligt, maar ook andere Aziatische landen zoals Armenië, Azerbeidzjan en Georgië zijn hier aanwezig. Niet dat iemand daarover valt, want die landen zijn nu eenmaal lid van de Europese Schaakfederatie, die eigenlijk ECU heet, naar European Chess Union (Europese Schaakunie). Daartoe behoort overigens ook het geschorste (en dus niet-aanwezige) Wit-Rusland, terwijl Big Brother Rusland intussen zijn biezen heeft gepakt richting de Aziatische Schaakfederatie (ACF, Asian Chess Federation), om schorsing en sancties te ontlopen. Het neemt niet weg dat veel Russische spelers en speelsters hun heil elders hebben gezocht, meestal in Europa, al dan niet uit protest tegen de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne of om meer praktische redenen. Gens una sumus, ja, ja.
Het European Team Chess Championship, kortweg ETCC en in het Nederlands Europees Schaakkampioenschap voor Landenteams, werd betwist van 11 t/m 20 november in Budva, Montenegro, en m.b. in de Conferentiezaal van Hotel Splendid (Could it BE any more splendid?). Ik had natuurlijk nog nooit van Budva gehoord (wel van Montenegro), maar ik ben uiteraard gezond jaloers op onze landgenoten en landgenotes die nu niet enkel de naam kennen maar ook de plek, en er bovendien nog schaak spelen ook. Budva is een populaire badplaats aan de Adriatische kust van Montenegro, dat overigens geen andere kusten heeft. In oppervlakte is (de gemeente) Budva precies even groot als de Naamse gemeente Houyet (en dat zegt u ongetwijfeld niets, ergo) 0,60 keer Antwerpen-Stad of 2 keer Mechelen, en dat voor minder dan 20.000 inwoners. Budva-Stad is maar half zo groot als Mortsel en qua inwoners is het net kleiner dan Borsbeek en net groter dan Niel. Maar het ziet er alleszins pittoresk uit.
Hoe werd er geschaakt, en door wie? Er waren twee (Zwitserse) tornooien, eentje dat ‘Open’ heette (en vooral of uitsluitend mannelijke particpanten telde) en eentje voor ‘Women’ (dat hoef ik niet te vertalen), met resp. 38 en 32 teams. Favorieten in de eerste groep waren, bij afwezigheid van titelverdediger Oekraïne (dat een oorlog te vechten heeft), Azerbeidzjan (Mamedyarov …), Roemenië (Rapport …), Duitsland (Keymer …), Engeland (Vitiugov …) en Armenië (Sargissian …). Van die vijf zouden echter maar twee landen de top 5 halen. Bij de dames werden Georgië (Khotenashvili …), Azerbeidzjan (Mammadzada …), Duitsland (Paehtz …), Oekraïne (zonder Muzychukjes, maar met Ushenina) en Bulgarije (Stefanova …) vooraan verwacht. Daarvan vielen er twee uit de top 5-boot.
Straks meer over die toppers, en hun wisselende successsen. Wat ons ook en bijzonder interesseert, is wat onze Belgische delegaties zoal vermochten. In het Open startte België als nummer 30 (van 38), met Dardha, Glek, Beukema, Lenaerts en Roos. Onze dames waren 29ste op de startlijst, met Goossens, Vanduyfhuys, De Rycke, Van Huyse en (Wiebke) Barbier. Voor de eindzege zouden we niet meedoen, maar we zouden hopelijk wel ons mannetje en vrouwtje staan.
Eerst het Open ECTT.
R1. Azerbeidzjan gaat meteen de boot in tegen Denemarken, omdat Mamedyarov verliest van Bjerre, nog altijd maar 19 en al een tijdje opkomend talent. Bij Armenië (tegen Montenegro) zorgt Sargissian voor de beslissende zege, bij Duitsland (tegen Zweden) is het Donchenko en bij Engeland (tegen Georgië) doet McShane het. Roemenië geraakt niet voorbij Oostenrijk, en het (niet echt favoriete) Noorwegen van Carlsen moet tegen Slovakije eveneens in een puntendeling berusten. Er gingen meteen 17 ploegen aan de kop, gevolgd door 4 gelijkspelende middenmoters en 17 verliezers aan de staart. België zat in de laatste categorie, want tegenstander Polen was toch een klasje sterker. Niettemin, Dardha won en Beukema speelde remise (Glek en Lenaerts verloren), waardoor het een nederlaag was met het kleinste verschil. Daar valt mee te leven.
R2. Zes ploegen nog met het maximum. Duitsland, de enige van de vijf favorieten van boven, versloeg Hongarije, met dank aan Keymer, terwijl Armenië gelijkspeelt tegen Kroatië en Engeland niet beter doet tegen Tsjechië (Vitiugov wint, McShane verliest). Frankrijk, Nederland (de gebroeders Van Foreest, Warmerdam en Bok), Polen, Servië en Israël winnen wel en delen de 1ste plaats met de Duitsers. Het Belgische team verplettert Schotland: Dardha, Beukema en Roos winnen, Glek speelt remise. We doen voorlopig niet slechter dan ratingtopper Azerbeidzjan, en beter dan Noorwegen, dat verliest van Oostenrijk.
R3. Het aantal leiders (met het maximum) loopt terug tot twee. Polen nam met het kleinste verschil de maat van Frankrijk, waar noch Firouzja, noch MVL van de partij zijn (doende in Saint Louis) en Duitsland won met dezelfde cijfers van Servië, ondanks verlies van Keymer tegen Predke (maar Svane, Bluebaum en Donchenko scoorden 2,5/3).Achter de koplopers een viertal, waaronder favorieten Roemenië en Armenië. België moest het helaas afleggen, met het kleinste verschil, tegen Slovakije: er was wel (weer) winst voor Dardha en remise voor Glek, maar Beukema en Lenaerts konden niet stunten tegen de sterkere Slovaken. Geen nood, we doen het nog altijd beter dan pakweg de Noren (met Carlsen).
R4. Co-leiders Duitsland en Polen mochten elkaar partij geven, zodat minstens één van beide maxima zou sneuvelen. Op bord 1 hielden Keymer en Wojtaszek elkaar in evenwicht, al had de eerste wel de beste kansen. Omgekeerd op het laatste bord, waar Gumularz beter kwam te staan tegen Kollars, maar ook niet tot winst kwam. Het werd uiteindelijk 2-2, alle maxima gesneuveld, en Armenië greep met een 3-1 versus Israël de kans om zich op gelijke hoogte te hijsen. Zeven achtervolgers nu, na de verrassende zeges van Kroatië tegen Azerbeidzjan, Griekenland tegen Spanje en Italië tegen Frankrijk. De Belgen kregen vandaag een Deense dreun. Dardha werd weggespeeld door Bjerre, en dat is natuurlijk niet de minste, terwijl Glek en Beukema verdienstelijk remise speelden en Lenaerts niet opkon tegen een 2500-plusser. De Noren springen nu wél over ons …
R5. Alweer een topmatch vooraan, Armenië–Duitsland, maar dat is nu eenmaal eigen aan het Zwitsers systeem. Het was weer Duitsland dat zijn favorietenrol waarmaakte: Keymer en Bluebaum wonnen van Martirosyan en Melkumyan en de anderen speelden remise. Servië, Roemenië, Nederland en Engeland volgen. Onze landgenoten zetten Albanië weg: winst voor Dardha en Glek, verlies voor Beukema en remise voor Lenaerts. In de stand klimmen we weer tot bij Noorwegen, dat niet kon winnen van Moldavië. TB-gewijs staan we 27ste, toch drie plaatsen beter dan onze startpositie. Het was nu eerst rusten geblazen, nadien R6 t/m R9.
R6. Over halfweg, tijd om de ambities kracht bij te zetten. Leider Duitsland en Roemenië deelden de punten. Keymer won wel van Rapport, maar Nisipeanu sloeg terug tegen Kollars. Niettemin kon enkel Engeland langszij komen, via een bolwassing voor recipiënt Nederland: 3,5-0,5! Roemenië en Servië staan op de tweede rij, daarna volgt een achttal. Een spectaculair resultaat was er in Griekenland–Azerbeidzjan, niet enkel door de Griekse winst (2,5-1,5), maar ook door de manier waarop Theodorou, in 19 zetten asjeblief, de grote Radjabov in de pan hakte. België hield stand tegen thuisploeg Montenegro, met winst voor Dardha, verlies voor Beukema, en remise voor Glek en Lenaerts. We zakken wel een plaatsje, maar we krijgen ook de hele tijd sterkere ELO’s te bekampen.
R7. Co-leiders Engeland, waar laatste aanwinst Vitiugov zijn meerwaarde bewijst, en Duitsland hielden het op een relatief snel gelijkspel: drie remises voor de 33ste zet, eentje na 52 stuks. Deze keer profiteerde Servië om mee aan de kop te komen: ze haalden het nipt van Roemenië, dankzij de zege van Sarana op Deac. Frankrijk, Armenië en Griekenland delen de tweede rij. België speelde gelijk tegen Zwitserland, en dat zonder remises: Dardha en Roos wonnen, Glek en Lenaerts verloren. We blijven 28ste, ex aequo met o.m. eerstgerangschikte Azerbeidzjan (met kleppers als Radjabov, Mamedyarov en Mamedov) die nu zwaar op hun broek kregen van het veel zwakkere Moldavië (waarvan ik alleen Bologan ken).
R8. Eén ronde voor het einde delen Duitsland en Servië de eerste plaats. Duitsland versloeg Frankrijk, middels drie remises en een zege van Svane tegen Moussard, Servië won op gelijkaardige wijze van Engeland, nadat Ivic op bord 4 Haria (nee, ken ik ook niet) pootje lapte. Daarachter wordt gedrumd voor een uiterste sprong naar glorie, door vier ploegen, Engeland, Armenië, Kroatië en Griekenland, maar die staan wel voor een kloof van twee matchpunten en kunnen dus hooguit gelijkkomen, en wat scheidingscriteria betreft staan de twee leiders en Engeland er toch wel het beste voor. Geen succesdag voor het Belgische team, want de tegenstander was, jawel, het zo net nog in zijn hemd gezette Azerbeidzjan, het nummer 1 op de startlijst. Het werd een 3-1 nederlaag, omdat Beukema (van Mamedov) en Roos (van Durarbayli) verloren, niet onbegrijpelijk als je het met 257 en 385 ELO minder moet doen, en de andere twee niet wonnen. Individueel succes mochten ze wel op hun hoed steken: Dardha hield Mamedyarov (+159) op remise, Lenaerts kon Abasov (+357) afhouden. Even ter herinnering: Abasov doet mee aan het Kandidatentornooi (als Carlsen niet plots weer zijn plaats opeist). We gaan dus niet mopperen.
R9. Het einde liet links en rechts wel wat gempopper opborrelen. Niet echt een wonder, gelet op het feit dat de winnaar in zeker opzicht toch overtroefd was door de tweede. Duitsland haalde het nipt van Kroatië, danzij een zege van Kollars op bord 4. Servië, dat hier met twee ex-Russen aantrad, Predke en Sarana, kwam tegen Griekenland in moeilijke papieren (Theodorou won van Predke en op de andere borden zag het er niet echt vroljk uit), maar Sarana en de anderen trokken uiteindelijk het laken toch nog naar zich toe, goed voor 3-1 winst. Alle achtervolgers waren er dus aan voor de moeite, maar toen alles achter de rug was en de juiste tiebreaks hadden kunnen worden berekend, bleek dat Servië volgens het 1ste criterium één pietluttig punt meer had dan Duitsland (228-227). Het bleek dat alles afhing van de laatste gespeelde partij, 111 zetten tussen Ali (Turkije) en Kjartansson (IJsland): won Ali, dan was Duitsland eindwinnaar, anders werd het Servië. Maar Ali faalde (remise) en dat bleek bij de berekening van de Duitse versus Servische scheidingspunten met één enkele eenheid Servië goud op te leveren en Duitsland ‘slechts’ zilver. Redelijk sneu dat het zo moet worden bepaald, te meer omdat Duitsland het hele tornooi mee of alleen aan de leiding had gestaan, geen enkele keer had verloren en onderweg wel Servië had verslagen. Maar goed, zilver is ook mooi, en het is uiteindelijk ook beter dan brons, en dat ging naar Armenië, één van die landen die maar medailles blijven verzamelen.
België moest het in de laatste ronde opnemen tegen Finland en sleepte (zonder Dardha) nog een gelijkspel uit de brand: Glek verloor, Beukema won, Lenaerts en Roos remiseerden. Het leverde een 29ste plaats op (eentje beter dan bij het begin) en ondanks enkele op het eerste gezicht ‘matige’ eindscores, globaal toch een behoorlijk positief beeld. Niet vergeten dat we heel vaak moesten opboksen tegen sterkere ELO’s. Desondanks scoorden we heel degelijk, zoals ELO-winst/-verlies laten zien. Dardha (6,5/8) wint 21,4 punten bij, Glek (3/8) verliest lichtjes (-5,6), Beukema (3/8) blijft op peil (-0,7), Lenaerts (2/8) zakt iets meer (-11,4) en Roos (2,5/4) gaat een flinke 23,4 vooruit. Dan hebben we zeker en vast ons mannetje gestaan.
Viel het u op dat ik verder niets zei over die 6,5/8 van Daniel Dardha? Wel, dat komt er zo aan. Wat bleek namelijk? Dat oude rot Carlsen mocht opscheppen met een gouden medaille voor beste speler op bord 1. Score: 6,5/8! Dardha doet dus even goed, maar is niet eerst, omdat zijn prestatierating (2785 nota bene) niet kan tippen aan die van Carlsen (2827). Blijkbaar is dat de bepalende factor, want de Kroaat Saric gaat met 2805 ook nog voorbij Daniel, hoewelhij maar 5/8 scoorde. Hoe dan ook, Dardha is wel derda! Daar kun je mee thuiskomen, als je ziet welke hoge omes je allemaal achter je laat (Keymer, Fedoseev, Vitiugov, Predke, Grandelius, Van Foreest, Rapport, Navara, Bjerre, Wojtaszek …). Klasse!
So far, so good, maar gelet op de lengte van dit artikel, hou ik de dames het best voor volgende keer.
Inderdaad is de TPR bepalend voor de individuele medailles. Dat is zo sinds 2011. Tevoren gebeurde het wel eens dat een niet eens zo heel sterke Cyprioot (2001) of Luxemburger (2003) zo’n medaille won omdat hij, als beste speler in een zwak team, steeds lager gequoteerde spelers voorgeschoteld kreeg.
Dardha zijn bronzen medaille moet dan ook hoger aangeslagen worden dan die van Vanderwaeren (goud op het reservebord, 1989) en Docx (brons op bord 4, 2009).